Naar inhoud springen

ontoereikendheid

Uit WikiWoordenboek
  • on·toe·rei·kend·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord ontoereikendheid
verkleinwoord

de ontoereikendheidv

  1. de mate waarin iemand niet genoeg doet de mate waarin iemand in gebreke blijft
     ABN Amro laat weten dat het de eigen ontoereikendheid betreurt. De bank zegt inmiddels maatregelen te hebben genomen om dit in de toekomst te voorkomen.[2]
     Alsof ik een glimp van iets moois had gezien maar er niet bij kon komen, en dat ik alleen mijn eigen ontoereikendheid daarvan de schuld kon geven[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 april 2022 Weblink bron “Miljoenenboete voor ABN Amro” (23-10-2015), NOS
  3. Renée van Marissing
    “Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij op Wikipedia, ISBN 9789021414461