ontmanteling
Uiterlijk
- ont·man·te·ling
- naamwoord van handeling van ontmantelen met het achtervoegsel -ing
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | ontmanteling | ontmantelingen |
| verkleinwoord |
de ontmanteling v
- het onklaar maken van iets
- ▸ Volgens de burgemeester hebben inwoners tijdens de ontmanteling van het depot waarschijnlijk wel de mogelijkheid om tijdelijk terug te gaan om hun huizen en tuinen te onderhouden.[1]
- ▸ Bouwvakkers in Sint-Petersburg waren bezig met de ontmanteling van het dak toen plots het hele stadion bezweek. Het stadion is een van de grootste arena's van Europa. Zo'n 80% van het gebouw is ingestort. Eén man kwam daarbij om het leven.[2]
- Het woord ontmanteling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Inwoners Zwitsers dorpje jarenlang huis uit om oud munitiedepot” (26-02-2020), NOS - ↑
Weblink bron “Bizarre beelden: gigantisch stadion in Rusland stort in” (31-01-2020), NOS