ontmannen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·man·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van man met het voorvoegsel ont- met het achtervoegsel -en

Werkwoord

ontmannen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontmannen
ontmande
ontmand
zwak -d volledig
  1. door te castreren of het amputeren van de penis, iemand ontdoen van zijn mannelijkheid
    • In de omgeving staat de rotsformatie bekend als de Trollpikken, in het Nederlands 'de penis van de trol'. Het ontmannen van de Troll vond plaats op een moment dat de plaatselijke bevolking van Egersund van plan was, de speciale rotsformatie nog meer toeristisch te vermarkten door het aanleggen van een speciaal pas, een parkeerplaats en informatieve borden. [2] 
  2. van iets of iemand de kracht afnemen
    • Een temperatuurdaling van een paar graden in een gebied van honderd vierkante kilometer is al genoeg om een orkaan te ontmannen. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 26/06/2017
  3. Volkskrant Bard van de Weijer 17 november 2013,
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be