ontleedkundigen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontleedkundigen (hulp, bestand)
- IPA: /ɔntletˈkʏndəɣə(n)/
Woordafbreking
- ont·leed·kun·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
- ontleedkundige met de uitgang -en
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de ontleedkundigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ontleedkundige
- De achttiende eeuw heeft in ons land ook een aantal ontleedkundigen van betekenis voortgebracht. [1]
Verwijzingen
- ↑ Lindeboom, G.A.Geschiedenis van de medische wetenschap in Nederland. 2e druk (1981) Fibula-Van Dishoeck, Haarlem; ISBN 9022839567; p. 52; geraadpleegd 2017-03-07