ontlaadt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·laadt

Werkwoord

vervoeging van
ontladen

ontlaadt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontladen
    • Jij ontlaadt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontladen
    • Hij ontlaadt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontladen
    • Ontlaadt!