onthutst
Uiterlijk
- ont·hutst
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onthutst | onthutster | (onthutstst) * |
verbogen | onthutste | onthutstere | (onthutstste) * |
partitief | onthutsts | onthutsters | - |
onthutst
- verbijsterd, ontsteld
- De Tweede Kamerleden toonden zich onthutst over de gerapporteerde misstanden.
1. verbijsterd, ontsteld
vervoeging van |
---|
onthutsen |
onthutst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen
- Jij onthutst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen
- Hij onthutst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van onthutsen
- Onthutst!
vervoeging van: | onthutsen… |
verbogen vorm: | onthutste |
onthutst
- voltooid deelwoord van onthutsen
- Het woord onthutst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onthutst" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ onthutst op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst) - ↑
Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord met alleen -t
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %