ontgas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·gas

Werkwoord

vervoeging van
ontgassen

ontgas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgassen
    • Ik ontgas. 
  2. gebiedende wijs van ontgassen
    • Ontgas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontgassen
    • Ontgas je?