ontevredene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·te·vre·de·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontevredene ontevredenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ontevredenev / m

  1. iemand die op- en aanmerkingen maakt omdat hij iets niet goed genoeg vindt
     Menige ontevredene op het plein haalt Poesjkin aan, die schreef dat elk oproer in Rusland altijd 'zinloos en meedogenloos'is.[1]
     Van de ontevredenen heeft bijna 60 procent dat aan de orde gesteld. „De rest heeft niets gedaan met de onvrede, bijvoorbeeld omdat ze de zorgverlener later nog nodig hadden. Ruim een kwart die niets deed geeft aan dat klagen toch geen zin heeft.”[2]
     De betoging was een „vergaarbak van ontevredenen”, zo schreef de Neue Zürcher Zeitung. Onder de deelnemers zaten zogeheten antivaxxers, die in corona een complot zien van de farmaceutische industrie, en evenzeer mensen die in de beperkende maatregelen een schending van hun grondrechten zien.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 april 2022 Weblink bron “Veel ontevredenheid over verwerking zorgklacht” (5 november 2019), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 april 2022 Weblink bron “Wie voor een goed coronabeleid is, moet niet met extreemrechts gaan demonstreren” (2 september 2020), Reformatorisch Dagblad