ontdubbelen
Uiterlijk
- Geluid: ontdubbelen (hulp, bestand)
- IPA: /ɔntˈdʏbələ(n)/
- ont·dub·be·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontdubbelen |
ontdubbelde |
ontdubbeld |
zwak -d | volledig |
ontdubbelen
- overgankelijk exemplaren in een verzameling die identiek zijn aan elkaar op één na verwijderen, zodat de verzameling bestaat uit exemplaren die elk maar één keer voorkomen
- Hij besloot zijn bibliotheek te ontdubbelen om wat plaats te maken voor nieuwe titels.
- overgankelijk (informatica) items in een lijst of records in een bestand die identiek zijn aan elkaar op één na verwijderen, zodat de lijst of het bestand geen doublures meer bevat
- We moeten de ledenlijst na de samenvoeging van de clubs nog ontdubbelen, want er waren heel wat mensen lid van beide.
- overgankelijk (scheepvaart) (verouderd) de beschermlaag van de scheepshuid verwijderen
- overgankelijk een tweede van iets maken om de capaciteit te vergroten
- De regering wil de weg ontdubbelen om een einde te maken aan de opstoppingen.
- [4] verdubbelen (in Nederland meer gangbaar)
- Het woord ontdubbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ont- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergativerend werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal