ontdekte
Uiterlijk
- ont·dek·te
| vervoeging van |
|---|
| ontdekken |
ontdekte
- enkelvoud verleden tijd van ontdekken
- Ik ontdekte.
- Jij ontdekte.
- Hij, zij, het ontdekte.
- Ik ontdekte.
- ▸ Wat een deceptie toen ik druipend de oever opklom en ontdekte dat er zich een familiecamping naast het meer bevond: dit was niet de wildernis die ik had verwacht.[1]
- ▸ Ik rook de sigarettengeur die om haar heen hing, vermengd met een muskusachtig, mannelijk parfum dat ik herkende van haar brief en waarvan ik later ontdekte dat het Eau Sauvage heette.[2]
| vervoeging van: | ontdekken… |
ontdekte
- Het woord ontdekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

- ↑ Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704