ontdekking

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·dek·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ontdekken met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord ontdekking ontdekkingen
verkleinwoord ontdekkinkje ontdekkinkjes

Zelfstandig naamwoord

de ontdekkingv

  1. het vinden van iets nieuws
    • Hij deed een ontdekking die de wereld schokte. 
    • Als hij overeind komt, is Albert nog volkomen versuft door zijn ontdekking. [1] 
     Het was soms verrassend te ontdekken wat ik nou echt van een onderwerp vond, net zoals de ontdekking dat ik over een aantal onderwerpen ook helemaal geen uitgesproken mening had.[2]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 20
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be