onstoffelijk

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·stof·fe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onstoffelijk onstoffelijker onstoffelijkst
verbogen onstoffelijke onstoffelijkere onstoffelijkste
partitief onstoffelijks onstoffelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

onstoffelijk [1]

  1. niet gemaakt van materie
     Het zijn levende wezens, vrouwen die in staat zijn te lijden en te voelen, en geen onstoffelijke ideeën die in willekeurige combinaties door je hoofd schieten.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen