onpeilbaar
Uiterlijk
- Geluid: onpeilbaar (hulp, bestand)
- on·peil·baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onpeilbaar | onpeilbaarder | onpeilbaarst |
verbogen | onpeilbare | onpeilbaardere | onpeilbaarste |
partitief | onpeilbaars | onpeilbaarders | - |
onpeilbaar
- niet mogelijk om te peilen
- Het onpeilbare water bleef maar stijgen.
- onbegrijpelijk.
- Hij is toch zo'n onpeilbare jongen, ik kan echt geen goed beeld van hem krijgen.
- Het woord onpeilbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.