onleuk

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·leuk
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van leuk met het voorvoegsel on-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onleuk onleuker onleukst
verbogen onleuke onleukere onleukste
partitief onleuks onleukers -

Bijvoeglijk naamwoord

onleuk

  1. niet leuk
     Die Arie Koomen in de reclame mag dan hopeloos onleuk zijn, hij appelleert wel aan het wezen van de man die op de bank zit, de afstandsbediening binnen handbereik.[1]
     Dieptepunt voor plots onleuke Henk Spaan: 28.000 kijkers: Je kon de afgelopen weken geen krant of tijdschrift openslaan en daar was weer Henk Spaan, die zijn nieuwe voetbalsatireshow Hi Ha Hondenlul mocht aanprijzen.[2]
Synoniemen


Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Mars en Venus in de Mediamarkt” (04/11/2012), HP de Tijd
  2. Bronlink Weblink bron
    Niek Stolker
    “Dieptepunt voor plots onleuke Henk Spaan: 28.000 kijkers” (19/03/2012), HP de Tijd
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be