onkruidbestrijder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·kruid·be·strij·der
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van onkruid en bestrijder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onkruidbestrijder | onkruidbestrijders |
verkleinwoord | onkruidbestrijdertje | onkruidbestrijdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de onkruidbestrijder m
- iemand die onkruid weghaalt of aanpakt