onkritisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onkritisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·kri·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onkritisch | onkritischer | |
verbogen | onkritische | onkritischere | |
partitief | onkritisch | onkritischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onkritisch [1]
- een gebrek aan (zelf)kritiek tonend
- weinig kans op problemen veroorzakend
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onkritisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.