onkies
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·kies
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onkies | onkieser | onkiest |
verbogen | onkiese | onkiesere | onkieste |
partitief | onkies | onkiesers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onkies
- niet volgens de fatsoensnormen, onbeschaafd, onzedelijk, vulgair
- Zijn gedrag was beslist onkies te noemen.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord onkies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onkies" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be