onheilstijding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·heils·tij·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onheilstijding onheilstijdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onheilstijdingv

  1. een heel vervelend, rampzalig bericht; slecht nieuws
     Zo stel ik me voor dat het brein door elkaar geschud kan worden door de klap van een onheilstijding.[1]
     Onana zelf is zwaar aangeslagen door de onheilstijding. "Absoluut. Het is een grote klap voor hem. Het is een sterke jongen. Hij heeft heel veel zaken moeten overwinnen voordat hij vanuit Afrika tot hier is gekomen. Maar dit gaat niemand in de koude kleren zitten."[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023467014
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 maart 2022 Weblink bron “Van der Sar: 'Stomme vergissing Onana, maar de straf is excessief'” (05-02-2021), NOS