onheilsprofeet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·heils·pro·feet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onheilsprofeet onheilsprofeten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onheilsprofeetm [1]

  1. iemand die voorspelt dat er allerlei rampen gaan gebeuren
    • Een onheilsprofeet kun je nooit echt goed weerspreken want de toekomst is een ongewisse zaak en de voorspelde ellende zou natuurlijk best kunnen gebeuren.  
    • ‘Wees niet bang voor al wat vreemd is en laat je niet beïnvloeden door onheilsprofeten. In mijn lange leven heb ik veel volkeren, culturen en godsdiensten gezien. Niet één ervan is superieur, en van allemaal kunnen we iets leren. Volgens mij is onwetendheid de grote oorzaak van oogkleppen. Ik krijg bijvoorbeeld iets van academici die almaar waarschuwen dat geweld in de islam zit ingebakken. Aan de hand van Bijbelcitaten kan ik precies hetzelfde over het katholicisme beweren. Hoe raak je van die oogkleppen bevrijd? Door te reizen en echt te kijken, door al eens iets te lezen over een andere cultuur, of door eens met een van je buitenlandse buren te praten.’ [2] 
    • ,,Kunstmatige intelligentie is op het punt waarop het inzetten van autonome wapens binnen jaren in plaats van decennia haalbaar is, schrijven de onheilsprofeten. ,,De belangen zijn groot: autonome wapens worden, na het buskruit en nucleaire wapens, gezien als de derde revolutie in oorlogsvoering. [3] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard MAANDAG 12 JUNI 2017
  3. Tubantia Niels Kruyt 27-07-2015