ongevalslachtoffer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ge·val·slacht·of·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ongeval zn en slachtoffer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongevalslachtoffer | ongevalslachtoffers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het ongevalslachtoffer o
- slachtoffer van een ongeval
Gangbaarheid
- Het woord ongevalslachtoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.