ongeordend
Uiterlijk
- Geluid: ongeordend (hulp, bestand)
- on·ge·or·dend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongeordend | ongeordender | ongeordendst |
verbogen | ongeordende | ongeordendere | ongeordendste |
partitief | ongeordends | ongeordenders | - |
ongeordend [1]
- zonder ordening of regelmaat
- ▸ Hierheen, Stiva, hierheeniep Levin en hij voelde hoe zijn hart steeds heftiger begon te bonzen en hoe er als het ware een grendel weggeschoven werd in zijn gespannen luisteren; hij verloor elk begrip van afstand en alle geluiden troffen ongeordend, maar uiterst scherp zijn oor.[2]
- ▸ In een open brief schrijft de bisschop dat hij de dialoog met de homogemeenschap blijft zoeken, hoe moeizaam dat volgens hem ook gaat. Maar hij verwijst ook naar het officiële standpunt van de Rooms-Katholieke Kerk: "Naar rooms-katholiek inzicht vormt het huwelijk, als levensverbond tussen man en vrouw, het kader van een geordende seksualiteitsbeleving. Andere vormen van seksualiteitsbeleving gelden als ongeordend. Als rooms-katholiek bisschop ben ik geroepen deze leer voor te houden."[3]
- Het woord ongeordend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Regenboogvlaggen op Sint-Janskathedraal Den Bosch” (24-06-2017), NOS