ongenietbaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ongenietbaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·ge·niet·baar

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van genietbaar met het voorvoegsel on-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	ongenietbaar	ongenietbaarder	ongenietbaarst
verbogen	ongenietbare	ongenietbaardere	ongenietbaarste
partitief	ongenietbaars	ongenietbaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

ongenietbaar

1. van iets dat je er geen aangenaam gevoel van kunt krijgen

   • Met pret in de oren gingen we de pauze in. Maar de Schubert die op de tweede concerthelft stond, riep toch vraagtekens op. Welke strategie zou Denk op deze stastilromantiek toepassen? Met hem kon het twee kanten uit: ongenietbaar tegendraads, of verhelderend dwars. Verrassend genoeg deed Denk geen van beide. Zijn Schubert was voorbeeldig, poesmooi en daardoor ook een tikje saai. Jammer, want zo werd een bonte avond dan toch een grijs recital.  

2. van een persoon dat deze humeurig en bitter is en dat op zijn omgeving afreageert

   • Gilliam moet filmen. 'Anders ben ik ongenietbaar, dan grom ik alleen maar tegen mijn omgeving. Veel geld heb ik niet nodig, dat scheelt. Je gelooft niet hoe weinig deze film kostte, en ik ga het je ook niet vertellen. We filmden in Boekarest: spotgoedkoop en vol talent.'  

Synoniemen

• [1] lelijk, onsmakelijk, niet om aan te horen
• [2] humeurig, onaangenaam, onprettig, nurks

Antoniemen

• genietbaar

Vertalingen

    2. van een persoon dat deze humeurig en bitter is en dat op zijn omgeving afreageert   

Engels: unpleasant (en)

Gangbaarheid

• Het woord ongenietbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.