ongemeubileerd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ongemeubileerd    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌɔŋɣəˌmøbiˈlert / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• on·ge·meu·bi·leerd

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van gemeubileerd met het voorvoegsel on-

	stellend
onverbogen	ongemeubileerd
verbogen	ongemeubileerde
partitief	ongemeubileerds

Bijvoeglijk naamwoord

ongemeubileerd

1. (van een huurwoning) zonder meubels verhuurd
   Geeft aan de huurder zelf moet zorgen voor dingen als bedden, kasten, stoelen, tafels en witgoed.

   ▸ BekendeBuren laat weten dat het appartement deels gestoffeerd en ongemeubileerd wordt opgeleverd. Voor wie benieuwd is naar de inrichting van Patricia, de foto's van het appartement zijn hier te bekijken.

   ▸ Ook Brussel zet een stap vooruit en staat nu op de 56ste positie. Zo bedraagt de huur van een ongemeubileerd tweekamerappartement in de Belgische hoofdstad gemiddeld 1.900 euro per maand (tegenover maar liefst 5.100 euro in Hongkong), en kost een kop koffie er 3,70 euro.

Antoniemen

• gemeubileerd

Hyperoniemen

• kaal

Verwante begrippen

• gestoffeerd

Gangbaarheid

• Het woord ongemeubileerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.