ongemeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

een ongemeen mooi schilderij
Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·meen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ongemeen
verbogen ongemene
partitief ongemeens

Bijvoeglijk naamwoord

ongemeen [1]

  1. heel bijzonder; niet normaal

Bijwoord

  1. versterking van het volgende bijvoeglijk naamwoord; heel erg
    • Een ongemeen boeiend spektakel was de eerste wedstrijd van het Canadese tweeluik niet. Al na zes kilometer ging een kwartet met daarin de Belgen Baptiste Planckaert (Katusha) en Tosh Van Der Sande (Lotto-Soudal) ervandoor. [2] 
    • Voorzitter Henk Nijhof van de raad van toezicht van het Rabotheater liet zich gisteren in deze krant in niet mis te verstane bewoordingen ongemeen kritisch uit over het college dat hij 'onbehoorlijk bestuur' verweet. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2017
  3. Tubantia Gerard Smink 18-07-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be