ongeletterd
Uiterlijk
- Geluid: ongeletterd (hulp, bestand)
- on·ge·let·terd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongeletterd | ongeletterder | ongeletterdst |
verbogen | ongeletterde | ongeletterdere | ongeletterdste |
partitief | ongeletterds | ongeletterders | - |
ongeletterd
- (verouderd) niet belezen zijnde, onwetend van bepaalde literaire standaardwerken
- ▸ Als verslaggever Hans van Wissen in de Volkskrant van 1 augustus zo „ongeletterd" is dat hij het Belgische zwemstertje Lempereur met Suske vergelijkt (in plaats van met Wiske), zou hij er goed aan doen, zich wat minder laatdunkend uit te laten over Annemarie Verstappen,[1]
- ▸ ‘Waar méde een Ambachtsman, een ongeletterd gast
‘Der dicht'ren gantsche Reij óp Hélikon verrast,
Voor 't meesterproefstuk van een wonderwérk gehouden,
En 's Dichters eernaam vér verhéven boven de Ouden[2]
- niet onderricht in lezen en schrijven
- De meeste mensen in de middeleeuwen waren ongeletterde landlieden.
- [1] onbelezen
- [2] analfabeet
1. niet belezen, hebbende een gebrekkige, literaire kennis
2. niet onderricht in lezen en schrijven
- Het woord ongeletterd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron L.C.P. KanenSuske? in: De Volkskrant (11-08-1984), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 15 op Delpher.nl
- ↑ Weblink bron Andries PelsGebruik, én misbruik des tooneels (1681) in:M.A. Schenkeveld-van der Dussen (ed.)Gebruik én misbruik des tooneels (1978), Tjeenk Willink / Noorduijn, Culemborg, p. 66 op dbnl.org