onderzoeker
Uiterlijk
- Geluid: onderzoeker (hulp, bestand)
- on·der·zoe·ker
- Afgeleid van onderzoek
- Naamwoord van handeling van onderzoeken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderzoeker | onderzoekers |
verkleinwoord | onderzoekertje | onderzoekertjes |
de onderzoeker m
- iemand die een onderzoek uitvoert
- (beroep) een beoefenaar van de wetenschap
- De onderzoeker probeerde de gang van zaken te doorgronden.
1. iemand die een onderzoek uitvoert
- Het woord onderzoeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onderzoeker" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be