onderwaardeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·waar·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderwaarderen |
onderwaardeerde
- enkelvoud verleden tijd van onderwaarderen
- Ik onderwaardeerde.
- Jij onderwaardeerde.
- Hij, zij, het onderwaardeerde.
- Ik onderwaardeerde.