ondertitelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·ti·tel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ondertitelen |
ondertitelde
- enkelvoud verleden tijd van ondertitelen
- Ik ondertitelde.
- Jij ondertitelde.
- Hij, zij, het ondertitelde.
- Ik ondertitelde.
- verbogen vorm van ondertiteld, voltooid deelwoord van ondertitelen