onderstuk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onderstuk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·der·stuk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  onder zn  en  stuk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	onderstuk	onderstukken
verkleinwoord	onderstukje	onderstukjes

Zelfstandig naamwoord

het onderstuk o

1. het benedenste gedeelte van iets

   ▸ De soldaten, die in de meerderheid zijn, vormen het onderstuk van de kegel, het grondvlak.

   ▸ Een volgende stap is het aanpassen van de fundering van de masten. Meest spectaculair wordt vervolgens het met een telekraan optillen van de mast om het gevaarte op een verhoogd onderstuk te plaatsen.

Synoniemen

• basis, grondvlak, voetstuk, sokkel, onderstel

Antoniemen

• bovenstuk, top

Vertalingen

    1. het benedenste gedeelte van iets   

Engels: pedestal (en), bottom piece (en), lower part (en), basal area (en), substructure (en)

Gangbaarheid

• Het woord onderstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.