Naar inhoud springen

onderscheten

Uit WikiWoordenboek
  • on·der·sche·ten
vervoeging van
onderschijten

onderscheten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van onderschijten
    • ...dat wij onderscheten. 
    • ...dat jullie onderscheten. 
    • ...dat zij onderscheten.