onderhoudsplicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onderhoudsplicht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔndərhɑutsˌplɪxt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- on·der·houds·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderhoudsplicht | onderhoudsplichten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) verantwoordelijkheid om een persoon met wie je een familierechtelijke band hebt genoeg middelen van bestaan te geven
- ▸ Erkenning van een kind brengt voor de schijnvaders ook verplichtingen met zich mee, zoals een onderhoudsplicht.[1]
- (juridisch) verantwoordelijkheid om iets dat gebruikt wordt in bruikbare staat te houden
- ▸ De huisbaas van 21 panden in de Lepelstraat in Amsterdam, de firma Gassan, moet zijn onderhoudsplicht nakomen, aldus het vonnis van de vice-president van de Amsterdamse rechtbank donderdag in een kort geding.[2]
Verwante begrippen
- [1] alimentatie
Gangbaarheid
- Het woord onderhoudsplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Menno Sedee“Duizenden Duitse schijnvaders erkenden voor geld de kinderen van asielvrouwen” (8 juni 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Onderhoudsplicht. De huisbaas” (1 september 1980) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal