onderdak

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·dak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderdak -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onderdak o

  1. plaats waar men kan verblijven of schuilen
    • De vluchtelingen hebben tijdelijk onderdak gevonden in het tentenkamp. 
     Ik leefde volledig in het nu en had alleen oog voor essentiële levensbehoeftes als voedsel en veilig onderdak.[1]
  2. ~ bieden aan: herbergen
    • Het wijkgebouw biedt onderdak aan tal van organisaties en instellingen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be