onderbetaalde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·be·taal·de
Bijvoeglijk naamwoord
onderbetaalde
- verbogen vorm van de stellende trap van onderbetaald
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderbetalen |
onderbetaalde
- enkelvoud verleden tijd van onderbetalen
- Ik onderbetaalde.
- Jij onderbetaalde.
- Hij, zij, het onderbetaalde.
- Ik onderbetaalde.
- verbogen vorm van onderbetaald, voltooid deelwoord van onderbetalen