onbezorgder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onbezorgder (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɔnbəˈzɔrəɣdər/
Woordafbreking
- on·be·zorg·der
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
onbezorgder
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van onbezorgd
onbezorgder