onberekenbaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·be·re·ken·baar
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van berekenbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onberekenbaar | onberekenbaarder | onberekenbaarst |
verbogen | onberekenbare | onberekenbaardere | onberekenbaarste |
partitief | onberekenbaars | onberekenbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onberekenbaar
- dat je niet op iemand kunt rekenen
- Het onberekenbare meisje kon de meest onverwachte dingen uithalen.
- Kinderen zijn altijd onberekenbaar ze kunnen zomaar de straat oprennen.
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onberekenbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onberekenbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be