onbereikbaar
Uiterlijk
- on·be·reik·baar
- Afgeleid van bereikbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbereikbaar | onbereikbaarder | onbereikbaarst |
verbogen | onbereikbare | onbereikbaardere | onbereikbaarste |
partitief | onbereikbaars | onbereikbaarders | - |
onbereikbaar
- wat niet niet kunt realiseren en wat dus utopisch is
- Ook met geweld kun je onbereikbare idealen niet verwezenlijken.
- van iets dat je er niet naar toe kunt gaan
- ▸ Station Groningen is vanaf vandaag ruim twee maanden grotendeels onbereikbaar. De verbouwing van het Hoofdstation van Groningen gaat een nieuwe fase in. Daardoor rijden er tot en met 12 juli minder treinen en is er dit weekend helemaal geen treinverkeer mogelijk.[1]
- ▸ Ik voelde me opeens heel alleen en ik besefte hoe onbereikbaar we voor elkaar waren.[2]
1.
- Het woord onbereikbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbereikbaar" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑
Weblink bron “Station Groningen ruim twee maanden dicht vanwege verbouwing” (10 mei 2025), NOS
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be