onbehulpzaam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·hulp·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbehulpzaam onbehulpzamer onbehulpzaamst
verbogen onbehulpzame onbehulpzamere onbehulpzaamste
partitief onbehulpzaams onbehulpzamers -

Bijvoeglijk naamwoord

onbehulpzaam

  1. niet bereid om te helpen
    • Regeergrage partijen als PvdA, D66 en GroenLinks rest een naar dilemma voor alle Europese verantwoordelijkheden waarvoor de PVV haar neus ophaalt: de overtuiging volgen of onbehulpzaam zijn – tegen het geweten in. [2]
Antoniemen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen