onbedijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·dijkt
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onbedijkt
verbogen onbedijkte

Bijvoeglijk naamwoord

onbedijkt

  1. niet door dijken beschermd tegen overstroming
    • Het onbedijkte deel van Tiengemeten heeft zich in rap tempo ontwikkeld tot een belangrijk natuurgebied. 
Antoniemen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be