onbedeeld

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·deeld
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbedeeld onbedeelder onbedeeldst
verbogen onbedeelde onbedeeldere onbedeeldste
partitief onbedeelds onbedeelders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbedeeld [1]

  1. van post dat deze (nog) niet bezorgd is bij de geadresseerde
    • De post heeft een postbode uit Aalst geschorst, nadat aan het licht kwam dat de man al geruime tijd post achterhield. Volgens de Post zijn er duizenden poststukken teruggevonden die de Aalsterse postbode nooit heeft besteld. Uit de inventaris die de Post opmaakt, moet blijken wanneer de postbode er een systeem van maakte. De zaak kwam aan het licht toen een voorbijganger een hoop onbedeeldeterugvond. Daarop gingen privé-detectives in opdracht van de Post aan het speuren en werd ook het parket ingeschakeld. De post sluit niet uit dat de man ontslagen wordt, maar dat moet een tuchtprocedure uitmaken. [2] 
    • De stakende Zaventemse postbodes hebben gisterochtend een poging van De Post tot alternatieve postbedeling vanuit Sint-Stevens-Woluwe verhinderd. De Post had de onbedeeldeen 's nachts naar Sint-Stevens-Woluwe overgebracht, maar de postbodes kregen snel lucht van dat plan en blokkeerden daarop het Woluwse kantoor. [3] 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 12 JUNI 2004 (belga), (dbs, hdw), (emv) KORT - OOST-VLAANDEREN
  3. De Standaard 20 OKTOBER 2004 (ihr, belga) Blokkade Postkantoor Woluwe opgeheven
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be