onbarmhartig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·barm·har·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbarmhartig onbarmhartiger onbarmhartigst
verbogen onbarmhartige onbarmhartigere onbarmhartigste
partitief onbarmhartigs onbarmhartigers -

Bijvoeglijk naamwoord

onbarmhartig

  1. zonder medelijden, zonder erbarmen
    • Bij het eindexamen is er een onbarmhartige scheiding tussen de geslaagden en de gezakten. 
  2. eerlijk
    • Hij geeft in zijn roman een onbarmhartig beeld van zijn familie. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be