onbaatzuchtig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·baat·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van baatzuchtig met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbaatzuchtig | onbaatzuchtiger | onbaatzuchtigst |
verbogen | onbaatzuchtige | onbaatzuchtigere | onbaatzuchtigste |
partitief | onbaatzuchtigs | onbaatzuchtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbaatzuchtig
- eigen voordeel verwaarlozend ten behoeve van anderen
Synoniemen
Vertalingen
1. eigen voordeel verwaarlozend ten behoeve van anderen
Gangbaarheid
- Het woord onbaatzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onbaatzuchtig" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be