onani

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ona·ni
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Hebreeuwse mannelijke persoon  Onan zn , die zijn sperma op de vloer spatte om de weduwe van zijn broer niet te bezwangeren
Naar frequentie 38591
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   onani     onanien     onanier     onaniene  
genitief   onanis     onaniens     onaniers     onanienes  

Zelfstandig naamwoord

onani [1], m

  1. (seksualiteit) masturbatie, onanie, zelfbevrediging (bij mannen en vrouwen en bij sommige dieren)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Verwijzingen

  1. onani, NAOB Det Norske Akademis Ordbok


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ona·ni
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Hebreeuwse mannelijke persoon  Onan zn , die zijn sperma op de vloer spatte om de weduwe van zijn broer niet te bezwangeren
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   onani     onanien     onaniar     onaniane  

Zelfstandig naamwoord

onani

  1. (seksualiteit) masturbatie, onanie, zelfbevrediging (bij mannen en vrouwen en bij sommige dieren)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen