onaantrekkelijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·aan·trek·ke·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onaantrekkelijkheid onaantrekkelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onaantrekkelijkheidv

  1. het niet aanlokkelijk of begeerlijk zijn als eigenschap
     Marja's inderdaad grote, diepe en stralende ogen (soms leek het wel of ze hele bundels warm licht uitstraalden) waren zo mooi, dat ze haars ondanks de onaantrekkelijkheid van haar gezicht, heel vaak iets bekoorlijkers gaven dan schoonheid.[1]
     Seniorendagen staan steeds vaker ter discussie bij cao-onderhandelingen. ,,Ze staan symbool voor de verschillen tussen generaties op de werkvloer en geven argumenten aan werkgevers over kosten en de onaantrekkelijkheid van de vijftigplusser", aldus de onderzoekers.[2]
  2. iets of iemand die niet aanlokkelijk of begeerlijk is
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028251151
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 januari 2022 Weblink bron “'Ook jongeren zien heil in ouwelullendagen'” (13-07-2016), Tubantia