omwolkte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·wolk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omwolken |
omwolkte
- enkelvoud verleden tijd van omwolken
- Ik omwolkte.
- Jij omwolkte.
- Hij, zij, het omwolkte.
- Ik omwolkte.
vervoeging van: | omwolken… |
omwolkte
Gangbaarheid
- Het woord omwolkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.