omwalde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·wal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omwallen |
omwalde
- enkelvoud verleden tijd van omwallen
- Ik omwalde.
- Jij omwalde.
- Hij, zij, het omwalde.
- Ik omwalde.
- verbogen vorm van omwald, voltooid deelwoord van omwallen
Gangbaarheid
- Het woord omwalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.