omstuwde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·stuw·de

Werkwoord

vervoeging van
omstuwen

omstuwde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omstuwen
    • ... dat ik omstuwde. 
    • ... dat jij omstuwde. 
    • ... dat hij, zij, het omstuwde. 
  2. verbogen vorm van omstuwd, voltooid deelwoord van omstuwen
vervoeging van
omstuwen

omstuwde

  1. enkelvoud verleden tijd van omstuwen
    • Ik omstuwde. 
    • Jij omstuwde. 
    • Hij, zij, het omstuwde. 

Gangbaarheid