omspringen

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Hoe we anders met met de natuur en grondstoffen moeten omspringen (1:11)
Uitspraak
Woordafbreking
  • om·sprin·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omspringen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omspringen
sprong om
omgesprongen
klasse 3 volledig
  1. absoluut te werk gaan, bewust handelen
    • Hij heeft donderdag gespeeld, een trap gekregen en is daar nog niet helemaal van hersteld. Manchester City hoeft geen schrik te hebben dat we op een onverantwoorde manier met hem zullen omspringen. [2] 
    • Een nieuwe facebookpagina helpt studenten aan de Universiteit Antwerpen (UA) snel aan onenightstands. Woordvoerder Peter De Meyer van de UA zegt dat de universiteit weinig tegen zulke facebookpagina's kan doen: ,,We kunnen alleen maar hopen dat onze studenten er verstandig mee omspringen." De oprichter van 'UAntwerpen FWB' heeft door de commotie de pagina tijdelijk offline gehaald. [3] 
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • omspringen met
    hanteren, behandelen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 02/09/2017 door rahe Wim Conings
  3. Tubantia Matthias van den Bossche 09-07-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be