omsponnen
Uiterlijk
- om·spon·nen
- vervoeging van omspinnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
omspinnen |
omsponnen
- meervoud verleden tijd van omspinnen
- Wij omsponnen.
- Jullie omsponnen.
- Zij omsponnen.
- Wij omsponnen.
- voltooid deelwoord van omspinnen
- Het woord omsponnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.