omschrijft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·schrijft

Werkwoord

vervoeging van
omschrijven

omschrijft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschrijven
    • Jij omschrijft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschrijven
    • Hij omschrijft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omschrijven
    • Omschrijft!