omschrijft
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omschrijft (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·schrijft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omschrijven |
omschrijft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschrijven
- Jij omschrijft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omschrijven
- Hij omschrijft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omschrijven
- Omschrijft!