omschakeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·scha·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omschakeling omschakelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de omschakelingv

  1. door een schakelaar de werking van iets veranderen
    • Tijdens de stroomstoring verliep de omschakeling naar het noodaggregaat soepel. 
  2. de werking van iets veranderen als aanpassing aan de veranderde omstandigheden
    • Het klimaatakkoord van Parijs, waarover nu in Marrakesh wordt gesproken, heeft grote gevolgen. Zeker ook voor Nederland, dat veel en veel harder zal moeten werken aan de omschakeling naar duurzame energie en aan de hervorming van de landbouw en de voedselvoorziening. [1] 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Pier Vellinga 15 november 2016